De Wedstrijd Proeven
Hieronder staan de proeven. In 2012 hebben we de A, B1 en B2 proef aangepast. Om de proeven te kunnen bekijken heb je het programma Acrobat Reader nodig. Als je deze software niet hebt, kun je op het onderstaande Adobe logo klikken en de software wordt dan geïnstalleerd. Als je de link bij de proeven aanklikt, worden ze schermvullend en kun je ze eventueel uitprinten. Als je het pdf bestand hebt geopend, gebruik dan het vergrootglas om in te zoomen op diverse gebieden van de proeven. Als je de software van Adobe's website download dan ga je akkoord met licentievoorwaarde. Lees deze eerst voordat je iets download.
Dit zijn de proeven voor 2019. Deze proeven zijn meer aangepast aan de behoeften van de deelnemers, nl.:
- De A proef is een proef voor deelnemers die niet 2 verschillende proeven kunnen rijden.
- De B proeven zijn stap/draf proeven.
- De B3 en B4 zijn voor deelnemers waarvoor de B1 en B2 te makkelijk zijn, maar geen galop beheersen.
- De C proeven zijn met galop.
- De C1 en C2 proeven zijn voor deelnemers die wel kunnen galopperen, maar nog geen figuren kunnen rijden in galop
- De C3 en C4 proeven zijn de zwaarste proeven
Alleen in de A proef mag een begeleid(st)er meelopen tijdens de proef.
Degene die de proef voorleest mag wel in de rijbak staan.
Download hier Adobe Reader.
Proef A
Proef B1
Proef B2
Proef B3
Proef B4
Proef C1
Proef C2
Proef C3
Proef C4
De Wisselbeker
Aan het eind van het weekend is er voor diegene die het in het weekend het beste heeft gedaan de wisselbeker. Om te bepalen wie dat is moet er altijd gerekend worden. Niet alle proeven hebben namelijk het zelfde aantal onderdelen.
De A, B1, B2, B3, B4 hebben 17 onderdelen. De C proeven hebben er 20. De punten voor de proeven met 20 onderdelen worden dus vermenigvuldigd met 0,85.
Een voorbeeld;
Jan heeft in de C4 op zaterdag 160 punten. Op zondag in de C3, 168 punten. Zijn beste resultaat is 168 punten. Met de proef met hoogste resultaat doet Jan mee voor de wisselbeker. Deze proeven bestaan uit 20 onderdelen, dus worden de punten voor de wisselbeker vermenigvuldigd met 0,85. Jan heeft dus voor de wisselbeker 142,8 punten.
Els heeft in de A op zaterdag 130 punten. Op zondag ook in de A 145 punten. Er zijn in de A maar 17 onderdelen dus hier wordt geen vermenigvuldiging gedaan. De proef van zondag telt voor Els mee voor de wisselbeker. Els heeft dus in totaal 145 punten en wordt dus net eerste voor Jan.
Op deze manier is het ook mogelijk, dat deelnemers die maar op 1 dag meedoen, de wisselbeker kunnen winnen. Is er een gelijke stand dan wordt er naar de tweede proef gekeken. Wie dan daar het meeste punten heeft wint uiteindelijk de wisselbeker.
Zo hebben alle deelnemers even veel kans om de wisselbeker te winnen. Aan de ruiters dus de opgaaf om zo goed mogelijk te rijden. Maar treur niet als je niet wint. Meedoen is belangrijker dan winnen...